Fusies mislukken niet vanwege logica, maar vanwege gebrek aan een goed verhaal

In fusies, zowel in het bedrijfsleven als in de politiek, staat het rationele motief vaak centraal. Schaalvergroting, efficiëntie, financieel en strategisch voordeel zijn de dominante overwegingen. In dat licht bezien is de voorgenomen samensmelting van GroenLinks en PvdA een spannende aangelegenheid. De twee partijen denken in het versnipperde politieke landschap samen meer invloed te kunnen uitoefenen. Maar juist fusies die grotendeels strategisch zijn onderbouwd, hebben een kleinere kans van slagen. Niet door een gebrek aan logica, maar door het ontbreken van gedeelde identiteit, cultuur en visie.

Fusies falen vaker dan ze slagen

Mergers & acquisitions (M&A) zijn berucht om hun lage slagingspercentage. Tussen de 55% en 77% van alle fusies levert niet het verwachte rendement op (Pavese-Kaplan, 2011). Het dominante verklaringsmodel in de literatuur wijst op gebrekkige culturele integratie, onderschatting van menselijk gedrag, en het onvermogen om een gedeeld toekomstperspectief te formuleren.

Een fusie wordt als mislukt beschouwd wanneer de beoogde voordelen – zoals synergie, groei, efficiency of marktpositie – niet of slechts gedeeltelijk worden gerealiseerd, én wanneer dit gepaard gaat met verlies van interne cohesie, motivatie of draagvlak. Wetenschappelijk gezien gaat het vaak om structureel achterblijvende prestaties, uittreding van talent, cultuurconflicten of dalend vertrouwen onder medewerkers, klanten of leden (Koi-Akrofi, 2016).

Organisaties blijken zachte factoren (cultuur, waarden, symboliek, identiteit) systematisch te onderschatten in het fusieproces (Goksoy, 2019). Leiders focussen primair op juridische, financiële en operationele integratie. Dat leidt dikwijls tot ‘technical success, human failure’.

Cultuur als kritieke succesfactor

Tijdens een netwerk-event van de Dutch Dream Group (Groei door focus) raakte ik in gesprek met Coen Sandberg van Intersaction, een investeerder in MKB-bedrijven. Ik vroeg hem waarom zoveel fusies mislukken. Sandberg betwistte de hoogte van het percentage in relatie tot het woord ‘mislukking’. “Een fusie kan niet uitpakken zoals je hoopte, maar financieel altijd nog rendement opleveren.”

Maar na de kanttekening, legde hij vrijwel direct de vinger op de pijnlijke plek. Het zit ‘m in de voorbereiding. “Sommige directies maken er werk van. Ze ontwikkelen een gemeenschappelijke visie, hebben één verhaal en één ambitie die ze gepassioneerd uitdragen. Wanneer zo’n verhaal achteraf moet worden verzonnen, dus nadat de fusie heeft plaatsgehad, is het lastig om de verschillende bloedgroepen nog bij elkaar te krijgen.”

Een fusie wordt vaak technocratisch benaderd. Bij twee software-bedrijven ben je geneigd te denken: ze doen dezelfde dingen, ze spreken dezelfde taal, dus snappen ze vast dat je samen sterker staat. Maar na een paar maanden, of een jaar, blijkt dat helemaal niet het geval te zijn en groeit een bedrijf uit elkaar in plaats van naar elkaar toe. Dat kan heel hardnekkig zijn.

Onderzoek laat zien dat organisaties zelden grondig toetsen of er sprake is van culturele compatibiliteit (Bahari, 2017). En zelfs als die compatibiliteit bestaat, ontbreekt vaak het leiderschap om daar een overtuigend, gedeeld verhaal van te maken.

Volgens Craig (2022) vereist succesvolle integratie een gedeelde cultural vision die vooraf wordt gedefinieerd en doorvertaald naar gedrag, structuren en communicatieprocessen. Zonder deze visie ontstaat desoriëntatie, symbolisch verlies, en uiteindelijk: uittreding of passiviteit.

De case GroenLinks–PvdA

De samenwerking tussen GroenLinks en de PvdA geniet in dit opzicht mijn speciale belangstelling. De voorgenomen fusie vertoont veel kenmerken van wat in de M&A-literatuur een post hoc cultural crisis wordt genoemd. De focus ligt op zetelwinst, machtsbundeling en strategische relevantie - rationele motieven dus.

Zelf zeggen ze op de website: GroenLinks en PvdA geloven dat we sterker zijn met elkaar. Samen kiezen we voor hoop, verbinding, en solidariteit. En laten we zien dat de verbondenheid in ons land groter is dan de verdeeldheid. Zo maken we een vuist voor een socialer, groener, en rechtvaardiger Nederland.

De vraag is alleen of er echt sprake is van een gedeeld ideologisch fundament, van expliciete culturele integratie en eigenaarschap onder leden.

Tijdens het recent congres van GroenLinks-PvdA ontstond al een ‘dubbel gevoel’ over de nieuwe Israëlkoers van de fusieclub-in-wording. Staande ovaties en boegeroep wisselden elkaar af. De wapenembargomotie van PvdA-lid Kati Piri zorgde voor een scheuring binnen het PvdA-smaldeel. Oudgedienden en voormalig partijleiders van de PvdA konden zich er niet mee verenigen. Wat een feestelijk verlovingsfeest had moeten worden, mondde uit in een strijd over standpunten en overtuigingen. Oud mopperde, jong danste.

Ik ben benieuwd naar het vervolg.

GroenLinks kent een activistische, ecologische en progressief-radicale cultuur. De PvdA is geworteld in institutioneel sociaaldemocratisch denken en beleidsmatige pragmatiek. Deze culturele fundamenten zijn niet vanzelfsprekend complementair. Onderzoek onderstreept dat het negeren van zulke onderstromen leidt tot demotivatie, verlies van legitimiteit en uitholling van het interne draagvlak (Koi-Akrofi, 2016).

Pas op de culturele mismatch

In succesvolle fusies is een gezamenlijk verhaal het beginpunt. Uit onderzoek blijkt dat het vermogen om een gedeelde corporate narrative te construeren en intern te verankeren cruciaal is voor het creëren van alignment en engagement (Nyamboga, 2025).

Bij GroenLinks PvdA schijnt deze basis nog niet te zijn gelegd. Kreten als solidariteit, een eerlijker en veiliger Nederland, een betere toekomst, oplossingen voor de klimaatcrisis, een doortastende aanpak, een leefbaardere en groenere toekomst zijn generiek en niet per se onderscheidend of verbindend. Bij gebrek aan een gezamenlijke ideologie kan een vacuüm ontstaan waarin verwarring, intern cynisme en strategisch afhaken floreren – klassieke symptomen van culturele mismatches in fusies (Knilans, 2009). En uit ervaring weet ik dat die jaren na een fusie alsnog kunnen opspelen. Ineens staan bloedgroepen lijnrecht tegenover elkaar, omdat de een zich achtergesteld voelt bij de ander of zich niet serieus genomen voelt. Of omdat de werkwijze van de een de ander niet (meer) bevalt. Details kunnen uitgroeien tot hoofdzaken.

Fuseren zonder verhaal is vragen om vervreemding

De problematiek zoals hierboven beschreven beperkt zich niet tot de politiek. In het bedrijfsleven zien wij soortgelijke valkuilen. Organisaties gaan op in fusies of overnames op basis van mooie rekensommen en voornemens, maar vergeten hun identiteit en binding. Culturen botsen, mensen haken af, en probeer ze dan nog maar eens bij elkaar te brengen. Zonder een gedeeld fundament van missie, visie en kernwaarden is een fusie eerlijk gezegd niet meer dan een juridisch construct.

Om fusies en integraties succesvoller te maken, helpen wij organisaties hun DNA, hun cultuur en hun ambitie scherp te krijgen.

  • Wat zijn gedeelde waarden?

  • Wat is de visie?

  • Wat is de missie?

  • Hoe maken we het onzichtbare zichtbaar?

  • Waarom is het (culturele) geheel meer dan de som der delen?

  • Is er een big hairy audacious goal?

Mensen moeten zich (kunnen) herkennen in een gezamenlijk perspectief. Zonder gedeelde identiteit blijft echte verbinding uit, en daarmee ook het beoogde succes. Cultuur is groter dan een rekensom of theoretische synergie. Cultuur is een bestaansvoorwaarde. Wetenschappelijk onderzoek wijst onomstotelijk uit: wie fusies start zonder gedeeld verhaal, zonder cultuurvisie en zonder interne identificatie, ondermijnt niet alleen de effectiviteit van het samengaan, maar zelfs zijn legitimiteit.

Volgende
Volgende

“Een winnende cultuur zit niet in een maatpak”